N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Ziv Stahl directeur mensenrechtenorganisatie
De nieuwe wet die de macht van het Israëlische Hooggerechtshof inperkt, maakt Palestijnen die onder bezetting leven nog kwetsbaarder en brengt annexatie dichterbij, zegt Ziv Stahl van ngo Yesh Din. Maar ze ziet ook positieve gevolgen.
Honderdduizenden Israëliërs gingen deze week de straat op om te protesteren tegen een nieuwe wet die de macht van het Hooggerechtshof inperkt. Op de bezette Westelijke Jordaanoever bleef het stil. Terwijl de gevolgen van deze wet daar het grootst zullen zijn, zegt Ziv Stahl, directeur van mensenrechtenorganisatie Yesh Din, vanuit Tel Aviv.
Stahl kan het weten, want haar Israëlische ngo dwingt het Hooggerechtshof middels verzoekschriften tot uitspraken over de rechten van Palestijnen die onder Israëlische bezetting leven. Yesh Din krijgt daarvoor subsidie uit verschillende Europese landen. Nederland doneerde de voorbije vier jaar bijna 500.000 euro.
Veel verzoekschriften van Yesh Din gaan over illegale nederzettingen, eigendomsrechten van Palestijnen en de toegang tot hun grond. Yesh Din dient ook regelmatig verzoekschriften in over het uitblijven van vervolging van vermeende misdaden van Israëlische kolonisten of militairen tegen Palestijnen. En over geweldsinstructies van het leger, zoals het schieten met scherp op Palestijns protest.
Hoe vaak won u bij het Hooggerechtshof?
„Ons succes laat zich lastig kwantificeren. Toen we bijvoorbeeld in 2008 een verzoekschrift indienden over de nederzetting Amona, zei de staat: die buitenpost is inderdaad illegaal, we gaan hem ontmantelen. Maar jarenlang deden ze niets en daarna probeerden ze Amona toch te legaliseren. In 2014 gaf het Hof opdracht tot evacuatie en die is in 2017 uitgevoerd, maar het is niet zo dat de Palestijnen daar nu wel toegang hebben tot hun grond. Dus als we winnen bij het hof, wil dat nog niet zeggen dat het recht zegeviert.
„En ons slagingspercentage neemt duidelijk af. Dat komt door een verschuiving binnen het hof, en verschuiving van de positie van de staat. De huidige regering zal nooit zeggen dat een buitenpost illegaal is. Rechters zijn ook steeds minder bereid om de rechten van Palestijnen te beschermen. Zo bevriezen ze zelden nog de situatie in afwachting van hun uitspraak.”
Wie de bezetting volgt, had al geen hoge verwachtingen van het hof
Hoe belangrijk is het hof dan nog?
„In Israël hebben ze nog wel een liberale reputatie, als beschermer van lhbti-rechten bijvoorbeeld. Maar wie zich bezighoudt met de bezetting heeft al lang geen hoge verwachtingen meer van het hof. Het kan een enkeling helpen, maar in het algemeen heeft het hof de bezetting van meet af aan juist gelegitimeerd. Elke keer als wij naar het hof stappen, beseffen we dat we zo dus ook schade aanrichten.
„De positieve kant was echter dat we het nieuws haalden met hoorzittingen bij het Hooggerechtshof. We brachten de bezetting zo onder de aandacht van het grote publiek, ook internationaal. Dat is helaas niet meer het geval. Er wordt niet meer over bericht, het kan niemand nog wat schelen. Maar het hof blijft belangrijk, omdat het de enige plek is voor Palestijnen om hun zaak te bepleiten. En we halen ook veel informatie uit de zaken, die we gebruiken om de handelswijze van de staat bloot te leggen.”
Deze week werd het hof de mogelijkheid ontnomen regeringsbesluiten nietig te verklaren als ze die ‘onredelijk’ acht. Hoe vaak deden jullie een beroep op het redelijkheidsbeginsel?
„Dat is moeilijk te zeggen, omdat we verschillende argumenten tegelijk aanvoeren. Zo bepleiten we vaak dat iets behalve onredelijk, ook disproportioneel of arbitrair is. Die laatste argumenten kunnen we blijven aanvoeren. Maar de nieuwe wet maakt Palestijnen nog kwetsbaarder.
„En ik denk dat het Israëlische publiek en de internationale gemeenschap iets heel belangrijks over het hoofd zien. Deze wet is slechts één schakel in een keten van gebeurtenissen die leidt tot annexatie van de Westelijke Jordaanoever. De juridische herziening is niet gericht op Israël of de vervolging van [premier Benjamin] Netanyahu, maar op het mogelijk maken van annexatie. Dat is het eindspel.
„Daar windt deze regering overigens geen doekjes om. De annexatie is al gaande. Ze hebben de leiding over Palestijns gebied al overgeheveld van het leger naar de regering. De volgende stap is het benoemen van rechters door de regering. Vervolgens willen ze kolonisten in bezet gebied dezelfde rechten geven als burgers in Israël. Daarna hun aantal verdubbelen naar een miljoen en nederzettingen uitbreiden. Palestijnen worden naar kleine enclaves of het buitenland verdreven. En de wet die mensenrechtenorganisaties de nek omdraait is al geschreven.”
In september houdt het Hooggerechtshof een hoorzitting over de wet die deze week van kracht werd. Zal het hof de beperking van zijn eigen bevoegdheid proberen tegen te houden?
„Veel hangt af van het verdere verloop van de protesten en van internationale druk. Zonder grote protesten zal het Hooggerechtshof zich onvoldoende gesteund voelen om zich te verzetten. Maar ik heb geen idee of het protest de zomer zal overleven. Als je me een jaar geleden had gevraagd of er publieke beroering zou ontstaan over dit technische en tamelijk onbegrijpelijke wetsvoorstel, had ik stellig nee gezegd. De publieke opinie is zeer onvoorspelbaar.”
Organisatoren van het protest tegen de justitiële herziening hebben opgeroepen protestborden tegen de bezetting thuis te laten, omdat de bezetting de publieke opinie verdeelt en dat hun protest schaadt.
„Ja, maar bij elke protest in Tel Aviv zijn toch demonstranten tegen de bezetting aanwezig geweest. Eerst waren we maar met een paar, nu met een paar honderd. In het begin kregen we veel kritiek. Mensen riepen dat de bezetting niet relevant was of een zorg voor later. Maar nu hoor je ook de techsector waarschuwen voor annexatie. Dus de connectie tussen de justitiële herziening en de bezetting wordt duidelijker voor mensen die de bezetting doorgaans negeren. Bij protesten krijgen wij nu ook flesjes koud water uitgedeeld. Er is meer acceptatie.”
U bent optimistisch?
„Ja en nee. Het voelt alsof mijn persoonlijkheid is gespleten. Ik slinger tussen hoop en wanhoop. Aan de ene kant zie ik een positieve verandering. Want deze regering is zó extreem dat Israëliërs en de internationale gemeenschap eindelijk zien wat al langer speelt. En ik zie een beweging in de maatschappij die het mogelijk kan maken dat meer mensen zich aansluiten bij onze strijd tegen de bezetting. Mensen zeggen voor het eerst dat ze hun kinderen niet langer het leger insturen om kolonisten te beschermen. De champagnekurk is uit de fles en ik weet niet of hij er weer in kan.
„Maar ik werd de dag nadat de nieuwe wet was aangenomen depressief wakker. Ik kon amper uit bed komen. Ik maak me ook zorgen om mijn eigen rechten in Israël, als seculiere vrouw. En als directeur van een mensenrechtenorganisatie. Dat voelt eng op dit moment. Misschien zit ik over een half jaar in de cel.”
Wat vond u van de internationale reacties? De EU toonde zich ‘bezorgd’.
„Heel zwak. Europese diplomaten weten veel beter wat hier speelt dan de Israëlische bevolking. Maar ze ondernemen nooit actie, vanwege schuldgevoel over de Holocaust. En Netanyahu weet dat. Hij weet dat hij een verbale tik op de vingers krijgt en misschien niet wordt uitgenodigd in het Witte Huis, maar dat het daarbij blijft.”
De Palestijnse premier Mohammad -Shtayyeh zei deze week dat de Israëlische samenleving nu de prijs betaalt voor het zwijgen over de misdaden van haar regering jegens de Palestijnen.
„Hij heeft gelijk. Mensen die de bezetting volgen, zijn veel minder verbaasd over wat deze week is gebeurd dan anderen. Israëlische betogers zijn in shock omdat ze worden aangevallen door de veiligheidsdiensten en worden bespoten met stinkend water, terwijl dat Palestijnen al jaren overkomt. We zeggen altijd dat de bezetting corrumpeert. Nu zien Israëliërs wat dat betekent.”